Deze dagen verscheen het bericht in de media dat de gerestaureerde Heilig Grafkerk in Jeruzalem weer geopend is voor belangstellenden.
Daarbij moest ik terugdenken aan mijn bezoek aan deze bijzondere kerk, in de zomer van 2011. In dit verslag (dat een fragment vormt van mijn studiereis naar Jeruzalem destijds) leest u een impressie hiervan.
Zoals ik in deze impressie destijds al aangaf, leven er bij mij gemengde gevoelens bij dit gebouw, die nog versterkt worden door de kosten van de renovatie: omgerekend een slordige 4 miljoen dollar.
Moet dat nu in een gebouw gestoken worden, waarvan de boodschap nu juist is dat Christus dáár níet is?
Het graf is immers leeg?
Anderzijds ben ik ook enorm gefascineerd door deze kerk, waarvan vrij zeker is dat daarbinnen zich de kruisdood en opstanding van Christus heeft afgespeeld.
Zo’n kostbare plek verdient inderdaad niet vergeten te worden, maar dient beschermd te worden en mag opgenomen zijn in een sacrale ruimte, waar dit duizelingwekkende feit herdacht kan worden.
En zei Jezus ook al niet tegen zijn leerlingen, die destijds vonden dat de kostbare olie van de vrouw wel beter gebruikt had kunnen worden, dat het juist góed was wat zij deed tot zijn gedachtenis?
Moge zo deze gerestaureerde kerk weer vele jaren ruimte geven aan de gedachtenis van Christus,
die wij mogen danken en eren om zijn dood voor ons mensen.
in het besef dat Hij is opgestaan, en als de levende Heer bij ons is.