Onlangs werd (niet voor het eerst in de geschiedenis overigens) geopperd om een vaste datum (op de zonnekalender) voor Pasen te kiezen, vergelijkbaar met het Kerstfeest dat ook op een vaste datum valt.
Dit onder andere vanwege praktische en wellicht ook economische redenen, en vanuit een stuk oecumene tussen de Westerse en Oosterse kerk om tot één Paasdatum te komen.
Hoe aanlokkelijk dit wellicht ook klinkt, toch zou dit voor de kerk een uitermate af te raden weg zijn, omdat zo een belangrijke vezel, waarmee zij verbonden is aan Israel, doorgesneden wordt.Lees meer hierover in het artikel ‘De breuk van synagoge en kerk vanwege de paasdatum‘ (uit 2006, maar niet minder actueel), van de hand van ds. C.J. van den Boogert. Dit artikel is een bespreking van het boek, waarvan de titel hiernaast staat afgebeeld, van de hand van ds. C. den Boer, en bevat veel wetenswaardigs.
Om het echter ook hier kort weer te geven: voor de Joodse feesten (waaronder ook Pesach/Pasen) wordt, op voorschrift van de Here God, de maankalender gevolgd.
De maanstand is het uitgangspunt. Op deze kalender heeft niet alleen Pesach, maar ook het Wekenfeest (Pinksteren, 50 dagen ná Pesach/Pasen) een vaste plek.
In het Oude Testament geeft God tevens duidelijk aan dat met de maandata niet gemarchandeerd dient te worden.
Op de afgesproken feestdata zal Hij er zijn, zo lezen we in de boeken van Mozes.
Je kunt het wellicht bijna vergelijken met de uitnodiging voor een feest, zoals wij mensen die kennen: niemand haalt het in zijn hoofd om een dag eerder of later te komen: dan grijp je immers mis, en mis je de gastheer.
Evenzo leeft in Israel het sterke besef dat de datum van wezenlijk belang is voor bijv. Pesach.
Het is overigens vast niet toevallig dat exact op de datum van het Joodse paasfeest Jezus stierf en opstond uit de dood.
Evenmin lijkt het toeval dat precies op de datum van het Joodse pinksterfeest de heilige Geest werd uitgestort.
Het geeft al meer dan genoeg te denken dat de kerk, om zich te distantiëren van Israel, is gaan schuiven wat Pasen betreft. Om jaarlijks tot de Paasdatum te komen wordt een andere berekening gevolgd dan in het Jodendom.
Wanneer de kerk dus Pasen viert, doet zij dat dus niet op de feitelijk (maan)datum van de opstanding.
Echter, de maan wordt nog wel steeds als uitgangspunt genomen, en dat is toch nog heel wat.
Wanneer ook dit lijntje nu zou worden doorgeknipt, geeft de kerk niet alleen een zeer verkeerd signaal af richting Israel, maar is bovendien iedere feitelijke verbondenheid met de Joodse feesten op dit vlak doorgesneden.
Kortom, laat Pasen tenminste blijven wat het nu is: op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente.