Deze week bleek uit een enquete dat veel leden van de Protestantse Kerk in Nederland vernieuwingsgezind zijn.
Nu is ‘vernieuwing’ een bijzonder woord: in de Bijbel heeft het zowel een conservatieve als progressieve lading.
Als het bijvoorbeeld gaat over de ‘vernieuwing’ van het verbond met Israel, dan gaat het altijd om een onderstreping van het bestaande.
God bevestigt het bestaande verbond met Israel, of er wordt juist naar teruggekeerd.
In die zin heeft het woordje vernieuwing zeker iets conservatiefs (bewarends) in zich. Vernieuwing zoekt bij de kern te blijven.
Tegelijk is het ook een progressief (voortschrijdend) woord: Gods geschiedenis met zijn volk Israel schrijdt voort, en ontvouwt zich steeds verder. Zijn verbond blijft ‘bij de tijd’.
Als vernieuwing in de PKN dus betekent dat we blijven bij of terugkeren tot de kern, en daarbij tegelijk ook betrokken zijn op en rekening houden met de tijd waarin wij leven (waar nodig ook in andere vormen), dan lijkt mij dit een goede zaak.
Een waardevolle uitdaging voor onze kerk: blijven bij ‘de kern’ en bij ‘de tijd’.