Home » Uncategorized » De brochure Onopgeefbaar Verbonden en mijn eigen weg

De brochure Onopgeefbaar Verbonden en mijn eigen weg

Recent is namens de Protestantse Raad voor Kerk en Israël een brochure (getiteld: Onopgeefbaar Verbonden) aangeboden, met als doel bespreking en bewustwording binnen de plaatselijke gemeenten aangaande het eigen denken over Israël. U kunt deze brochure hier vinden en downloaden.

Het bijzondere aan deze brochure is onder andere, dat het de gesprekspartners uitnodigt niet in partijschappen of verschansingen van eigen gelijk weg te duiken, maar ook echt te luisteren naar de ander, en daarvoor ruimte in het gesprek aan te brengen.

Dat vind ik een waardevolle insteek. Immers, waar men ook staat in het gesprek over Israël – mede door de politieke situatie is dit vaak een beladen en gepolariseerd gesprek.
Zelf herken ik dat ook, maar ook hoe kostbaar het is als er wat ‘beweging’ in de eigen positie kan komen. Daar wil ik hier graag iets over kwijt.

Van jongs af, alsmede in de studietijd en daarna, heb ik liefde voor Israël meegekregen, en ben daar ook (daar ben ik van overtuigd) blijvend door gevormd.
Wellicht is dat voor sommigen herkenbaar. Het kan ook andersom zijn: dat gelovigen of anderszins betrokkenen bij deze thematiek vanuit de berichtgeving in de media meer zijn opgegroeid met oog voor de situatie van de Palestijnen.

Veelal staan deze posities en groepen tegenover elkaar, waarbij er sprake is van een stuk wantrouwen, een niet echt willen luisteren naar wat de ander beweegt, omdat – zo wordt dan gedacht – de grond daaronder toch wel niet zal deugen.

Nogmaals, zelf herken ik dit ook, mij altijd meer aan de ‘pro-Israël-zijde’ bevonden hebbend.
Echter, gaandeweg heb ik wel meer oog gekregen voor de andere kant van het verhaal dan wel de medaille. Dat begon al toen ik in Jeruzalem studeerde aan een Joodse Yeshiva, waar ook alle ruimte bleek voor kritiek en zelfreflectie als het om de koers van de eigen politieke leiders (zowel landelijk als plaatselijk) ging. Dat verraste mij.
Weer terug in Nederland besloot ik om vaker rechtstreekse nieuwsbronnen vanuit Israël zelf te gaan volgen (en dus niet zozeer de lezingen van de beide ‘partijen’ in Nederland te volgen). Hiervoor koos ik mede, omdat ik meer en meer het gevoel kreeg dat de standpunten van beide binnenkerkelijke ‘partijen’ in Nederland rond Israël in herhaling vielen, en dat elkaars geschriften, argumenten en bronnen altijd al bij voorbaat met argwaan bekeken werden.
Om dat een beetje los te laten, en mij in meer primaire bronnen uit Israël zélf te verdiepen, heb ik gekozen voor m.n. de Israëlische krant HaAretz, die in Engelstalige editie te lezen valt.
Wat mij betreft is deze krant aanbevelenswaardig, omdat hier naar mijn mening meerdere kanten open en eerlijk naar voren komen: zowel de kant die de Israëlische belangen verwoordt en hooghoudt, alsook de kant die de belangen van de Palestijnen in het daglicht stelt. En ook de situaties wanneer er inbreuk wordt gemaakt op elkaars belangen. Maar ook wat er goed gaat naar elkaar toe en wat van hoop en verhevenheid getuigt.

Ik merk dat dit mijn spreken over Israël heeft veranderd.
Niet minder beslist, maar wel meer bescheiden.
Soms zeer bemoedigd en geïnspireerd door zaken die zo mooi zijn, dat je ze wel voor altijd zou willen vasthouden, soms ook verbijsterd, over wat er -wederkerig, daarvoor zijn mijn ogen veel meer opengegaan- kan gebeuren (evenals ik dat ook kan voelen bij wat er vanuit ons eigen Nederland een onrecht is aangedaan aan de tolken in Afghanistan, of wat de toeslagenaffaire betreft, om maar eens een paar zaken te noemen, die mij bepaald niet al te chauvinistisch over ons vaderland, waar ik me tegelijk ook zeer verbonden mee voel, maken).

Kortom, mijn verhouding ten opzichte van Israël is een stuk genuanceerder geworden. Naast de zeer kostbare zaken die mij zo’n vreugdevol en hoopvol gevoel geven bij dit land, toch ook het besef van imperfectie, fouten en onrecht. Het gevoel dat de werkelijkheid zo complex is, en goed en kwaad zo dicht bij elkaar liggen. En dat wij (ik betrek mij/onszelf er bewust bij) mensen blijkbaar zo gemakkelijk geneigd zijn de naaste ondergeschikt te maken aan het eigen beeld (van onszelf of de ander) of belang. Maar ook dat we het in ons hebben het goede op prachtige wijze tot uiting te laten komen naar elkaar toe, waarvan vele voorbeelden hoopvol getuigen.

In mijn ogen is het kostbaar dat er in Israël ruímte is in de media voor alle geluiden, zelfs de meest kritische, waarvan bovengenoemde krant bijvoorbeeld getuigt. Het laat mij – net als in de Bijbel zélf trouwens in Israëls eigen geschiedschrijving het geval is – zien hoe het land, ook al is het zeker niet volmaakt, ruimte biedt aan de interne worsteling en zoektocht bij het vinden van een koers die zowel recht doet aan het belang van de ander, als het recht op een eigen, veilige (een zaak – dat onderstreep ik – die we absoluut nooit uit het oog mogen verliezen) staat.

We mogen daarbij de voorbeelden waar men er in Israël wel degelijk in slaagt om elkaar als ‘partijen’ werkelijk te ontmoeten, voor ogen houden. In een open gesprek, de eigen (voor)oordelen loslatend, en luisterend naar de ander. Hoe kostbaar is dat!

Dat zal volgens mij de enige weg naar vrede zijn. Een weg die gestimuleerd dient te blijven worden. Daar waar gewerkt wordt aan het voeden van wederzijds vertrouwen in plaats van wantrouwen.
Tegelijk besef ik: dat zal ons mensen uit onszelf niet makkelijk lukken. Daar is telkens weer Gods heilige Geest van vrede, liefde en wijsheid bij nodig.
Laten we daarom blijven bidden, dat Hij de kinderen van Abraham, Joden en Arabieren, met elkaar zal (blijven) weten te verbinden, in wederzijds vertrouwen en respect.
Dat wat het recht en de vrede dient (waar het Joodse Achttiengebed ook zo intens om bidt) mag groeien.

In afgeleide zin mogen we dat ook elkaar in Nederland en in de Kerk toewensen. Dat niet het wantrouwen naar elkaar gevoed zal blijven worden als het om deze of dergelijke zaken gaat, maar dat er ook sprake mag zijn van werkelijke ontmoeting, waarbij de eigen verschansingen losgelaten worden en we even bij de ander aan de ‘overkant’ gaan zitten. Wie weet waar dat toe leidt.

Moge de brochure Onopgeefbaar Verbonden daar een waardevolle bijdrage aan leveren!